Wij willen u graag wat meer informatie geven over de materialen waar uw kleding van gemaakt is. Dit omdat wij het belangrijk vinden dat u weet wat u draagt. Per materiaal vindt u een korte algemene uitleg.
Wol (WO)
Wol is een natuurlijke vezel van dierlijke afkomst. De meeste wol die gebruikt wordt komt van schapen. Schapenwol is er in verschillende varianten, zoals wol van het Shetlandschaap (shetlandwol) en het Merinoschaap (merinoswol). De wolvezel afkomstig van het merinosschaap is zeer fijn en draagt prettig (jeukt niet). Wol van het Shetlandschaap is grover van structuur en kan wel jeuken. Ook andere dieren geven wol: een heel zachte lichte wol, angora, komt van het angorakonijn. Kasjmierwol (ook cashmere) komt van de kasjmiergeit, de angorageit geeft wol die mohair wordt genoemd. Alpacawol komt van de alpaca, een soort lama die in de Andes wordt gehouden. Camel is een wolvezel van de kameel.
Wol heeft veel goede eigenschappen en wordt daarom op veel manieren toegepast. De wolvezel heeft een natuurlijke kroezing (krulling) en is volledig bedekt met schubben. Door de schubben en de kroezing is wol veerkrachtig (kreukt dus weinig), volumineus en warmte-isolerend (draagt warm). Als een wollen pak een nacht uithangt, zijn de meeste kreukels de volgende dag verdwenen. Wol is daarnaast ook vuilafstotend en hoeft dus niet vaak gewassen te worden.
Wol is een elastische vezel en is daar door erg geschikt voor breisels. Bij het dragen komen er bijvoorbeeld bijna geen ellebogen in de mouwen, omdat de wolvezel terugveert.
Wol neemt veel vocht op, zonder nat aan te voelen. Bij transpiratie is dit een voordeel omdat het zweet wordt opgenomen zonder dat de kleding klam aanvoelt, en zonder dat de kleding op de huid gaat plakken. Een trui of jas van wol dragen als het buiten vochtig is, is zeer aangenaam omdat je het opgenomen vocht niet voelt.
Een minder prettige eigenschap van wol is vervilten. Dit is het in elkaar schuiven van de schubben op de vezels, zodat deze muurvast aan elkaar komen te zitten. Dit gebeurt als wol te heet gewassen wordt. Wol krimpt dan, voelt stug en 'oud' aan. Daarnaast is wol gevoelig voor motten.
Er zijn wollen stoffen, bijvoorbeeld, Coolwool, die zo geproduceerd zijn dat ze juist koel aanvoelen. Filippa K gebruikt Coolwool in haar basispakken, en deze dragen dus zomers koel.
Wassen: wol moet voorzichtig, zonder wrijven en rekken worden gewassen met een speciaal wolwasmiddel in handwarm water (lauw +/- 30°C). Omdat wol zwakker wordt als het nat wordt, moet wol liggend worden gedroogd.
PILLEN
Pillen kan ontstaan bij het dragen of wassen van kleding. Dit komt onder andere doordat de wolvezel bedekt is met schubben, die in elkaar kunnen haken, waardoor er kleine 'balletjes' op de stof ontstaan. Hoe wolliger, hariger, zachter of volumineuzer de stof of het breisel is, hoe groter de kans tot pillen. Vooral op plekken waar door het dragen de stof langs elkaar schuurt is de mogelijkheid tot pillen groter. Dit heeft niets te maken met de kwaliteit van de stof of het breisel, dit is een onontkoombare eigenschap van de wolvezel. De kleding kun je echter goed onderhouden door gebruik te maken van een pilapparaatje.
Zijde (SE)
Zijde is afkomstig van de cocon van de rups van de zijdevlinder. Op één cocon zit ongeveer 3000 meter draad. Maximaal 900 meter kan in één keer afgehaspeld worden. Haspelzijde is hiermee het enige filament van natuurlijke oorsprong. De rest van de zijde wordt als kortere vezels verwerkt. Omdat het proces van kweken, verzorgen en afhaspelen veel werk is, is zijde over het algemeen duur. De meeste gelijkmatige en fijne zijde komt van de moerbeivlinder. Zijde afkomstig van andere vlinders heet wilde zijde. Zijde als stof is soepel, zacht, glanzend en draagt zeer licht en prettig op de huid. Zijde is warmte isolerend, goed ademend en neemt snel vocht op. Bij warm weer voelt zijde koel aan en bij koud weer is het lekker warm om te dragen. Zijde kan kreuken maar hersteld zich over het algemeen snel. Haspelzijde kreukt het minst, zijde van kortere vezels kreukt meer. Zijde is de dunste natuurlijke vezel en is daarom niet zo sterk.
Nadeel van zijde is dat het gevoelig is voor zonlicht (kleur kan aangetast worden) en dat het gemakkelijk vlekt. Pas ook altijd op met ruwe handen of scherpe haakjes aan nagels: dit kan de stof openhalen. Zijde moet voorzichtig met een speciaal fijnwasmiddel worden gewassen. Donkere kleuren kunnen het beste koud gewassen worden. Een vlek in de stof kan apart behandeld worden, maar direct daarna moet het kledingstuk in zijn geheel worden gewassen, anders ontstaan er kleurverschillen in de stof.
Katoen (CO)
Katoen is de zaadpluis van de katoenplant en is een veel gebruikte plantaardige vezel. De vezels zijn stroef en houden elkaar in een garen goed vast: katoenen garens zijn daardoor vrij sterk. Hoe fijner en langer de katoenvezels zijn hoe meer glans. Door speciale behandeling, merceriseren, kan katoen goed glanzend en zijdeachtig gemaakt worden. Dit effect is dan blijvend en geeft het artikel een luxer uiterlijk en een zachtere greep.
Kleding gemaakt van katoen is luchtdoorlatend en draagt zeer prettig op de huid.
Katoen neemt gemakkelijk snel en veel vocht op en staat vocht ook snel weer af. Bij afkoeling droogt de stof snel en gebruikt daarbij de warmte van het lichaam. Het lichaam koelt hierdoor plaatselijk snel af. Door deze snelle verdamping voelt katoen in de zomer erg prettig aan. Mensen die snel last hebben van zweten kunnen zeer goed katoenen kleding dragen. Katoen heeft een grote trek- en slijtsterkte, maar kreukt erg. Als katoen nat is, wordt het zelfs nog sterker. Katoen is slecht warmte-isolerend. Kleding van katoen kreukt en moet daarom gestreken worden.
Linnen (LI)
Linnen komt van de vlas- of linnenplant en is een natuurlijke, duurzame vezel. Linnen is vergeleken met katoen duurder omdat vlas veel bewerkingen moet ondergaan voor de vezels bruikbaar zijn. Een linnenvezel is tot 5 cm lang. Linnen is grover en onregelmatiger als katoen en glanst meer. Doordat linnen zo onregelmatig is zitten er altijd verdikkingen in de stof. Dit is kenmerkend voor linnen kleding.
De eigenschappen van linnen zijn vrijwel gelijk aan de eigenschappen van katoen. Linnen is echter stugger als katoen, waardoor het minder soepel valt. Naarmate de stof meer gebruikt wordt, wordt linnen zachter en sterker. Linnen neemt snel veel vocht op, het kan 20% van het eigen gewicht aan vocht opnemen, daarna gaat het pas vochtig aanvoelen. Linnen droogt echter snel. Sommige eigenschappen van linnen zijn iets sterker aanwezig dan bij katoen: Linnen is sterker, kreukt meer en draagt nog koeler. Linnen wordt vooral in zomerkleding verwerkt (draagt koel) en in kleding die een natuurlijke uitstraling moet hebben. Vaak wordt linnen gecombineerd met katoen: Halflinnen.
Viscose, Rayon (VI, CV)
Viscose wordt gemaakt van cellulose uit naaldhout of restanten van katoenpluis. Uit dit houtachtige materiaal wordt de grondstof cellulose gehaald. Dit wordt opgelost tot een stroperige spinvloeistof: Viscose. In het buitenland wordt viscose ook wel rayon genoemd.
Omdat viscose een cellulosevezel is komen de eigenschappen van viscose voor een groot deel overeen met plantaardige vezels, zoals katoen en linnen. Viscose neemt snel veel vocht op en is koel in dragen. Viscose voelt echter vaak heerlijk op de huid en heeft prettige draageigenschappen.
Viscose is minder sterk als katoen en linnen. Als viscose nat wordt, wordt het zwakker. Viscose kan ook erg kreuken. Er zijn in totaal 3 verschillende soorten viscose: Viscose, Modal, Cupro.
Modal (CMD)
Dit is een viscose met sterk verbeterde eigenschappen. Modal is een biologische textielsoort gemaakt van cellulose uit beukenhout. Modal is sterker als een gewone viscose en kreukt vele malen minder. Ook wordt modal minder zwak in natte toestand. Modal kan 50% meer water bevatten dan katoen.
De glans en greep van modal zijn enorm zacht en de stof valt zeer soepel. De stof is zeer ademend, zelfs zachter als gemerceriseerd katoen. Het draagcomfort van modal is dus zeer hoog. Modal krimpt en verkleurt niet en is vormvast. Daarnaast is modal vlamwerend.
Cupro (CUP)
Cupro is een viscose (cellulose uit naaldboom & resten katoenpluis) met een toevoeging van een koperverbinding. Cupro heeft hierdoor een zeer mooie zijdeachtige glans en luxueuze uitstraling. Het valt soepel en kreukt weinig. Het is een sterke stof die vaak goed wasbaar is. Het beste kun je Cupro nat ophangen, niet wringen en aan de binnenkant strijken als het nog wat vochtig is.
Polynose
Polynose (cellulose uit naaldbomen en resten katoenpluis) is een viscose met microscopisch kleine uitstekende haartjes, waardoor de greep van polynose zeer zacht is. De eigenschappen van polynose komen veelal overeen met viscose.
Lyocell (CLY), Tencel
Lyocell wordt op een milieubewuste manier uit cellulose van de berk gemaakt. Omdat de productie van Lyocell veel milieuvriendelijker is als de productie van viscose, mag Lyocell niet tot de viscoses gerekend worden. Dit materiaal met luxueuze zijdeglans is sterk, sterker dan katoen en viscose.
Lyocell is goed vochtabsorberend, voelt bijzonder zacht en draagt zeer comfortabel koel op de huid. De stof valt soepel, kan goed gewassen worden en krimpt nauwelijks.
Acetaat (CA)
Acetaat heeft een bijzondere plaats binnen de synthetische vezels. Acetaat wordt namelijk van cellulose (naaldboom en resten katoenpluis) gemaakt die wordt omgezet tot kunststof. De cellulose wordt door het toevoegen van chemicaliën tijdens het extruderen dusdanig veranderd van samenstelling, dat de cellulose niet meer herkenbaar is. Omdat hierdoor acetaat andere eigenschappen dan syntheten heeft, wordt het ook wel half synthetisch genoemd.
De vezels van Acetaat zijn licht, zacht, glad, stevig en hebben een zijdeachtige glans. Dit materiaal lijkt veel op natuurzijde en is heel soepel, krimpt en kreukt nauwelijks en is snel droog. Daarnaast laat acetaat lucht en zweet door. Acetaat neemt veel beter vocht op dan andere synthetische vezels. Nat is acetaat echter wel zwakker. Door de zijdeachtige glans wordt acetaat veel gebruikt voor shawls, stropdassen en voeringstof. Wassen en strijken mag alleen lauw.
'Synthetisch' kan voor sommigen nogal negatief klinken omdat dit vroeger vaak plasticachtig en zweterig aanvoelde, maar dat is niet altijd terecht. Er worden voortdurend nieuwe materialen ontwikkeld en het draagcomfort van deze vezels is vaak heel goed. Het is zelfs zo dat veel sportkleding van synthetische stoffen gemaakt wordt, omdat ze hier de draageigenschappen van kunnen beïnvloeden en zo meer draagcomfort kunnen creëren als bij natuurlijke stoffen. Het grote voordeel van synthetische textielvezels is dat ze veel beter bestand zijn tegen slijtage en beter te reinigen zijn dan vezels van natuurlijke oorsprong, zoals katoen en linnen. Daardoor heeft textiel gemaakt van synthetische vezels een groot gebruiksgemak.
Polyester (PES)
Polyester is de meest voorkomende synthetische vezel in kleding, omdat polyester goed te stabiliseren is en een mooi uiterlijk heeft. Het materiaal is goed vorm- en kleurvast en kreukt weinig. Polyester is een lichte, synthetische grondstof die wel glad maar niet plastic-achtig aanvoelt. Polyester is een vochtregulerende stof, dit betekend dat het goed vocht kan afvoeren. Daarnaast heeft polyester een fraaier en natuurlijker uiterlijk dan de meeste andere synthetische stoffen. Nadeel is dat polyester niet echt warm draagt en soms statisch kan zijn. Filamenten van polyester worden vaak tot vezels versneden om te kunnen worden gemengd met andere basismaterialen. Polyester wordt toegepast in vrijwel alle soorten kledingstukken: kostuums, T-shirts, blouses, jassen en jurken.
'Synthetisch' kan voor sommigen nogal negatief klinken omdat dit vroeger vaak plasticachtig en zweterig aanvoelde, maar dat is niet altijd terecht. Er worden voortdurend nieuwe materialen ontwikkeld en het draagcomfort van deze vezels is vaak heel goed. Het is zelfs zo dat veel sportkleding van synthetische stoffen gemaakt wordt, omdat ze hier de draageigenschappen van kunnen beïnvloeden en zo meer draagcomfort kunnen creëren als bij natuurlijke stoffen. Het grote voordeel van synthetische textielvezels is dat ze veel beter bestand zijn tegen slijtage en beter te reinigen zijn dan vezels van natuurlijke oorsprong, zoals katoen en linnen. Daardoor heeft textiel gemaakt van synthetische vezels een groot gebruiksgemak.
Polyamide (PA)
Polyamide is een synthetische grondstof die erg sterk en glad is. Polyamide voelt over het algemeen plastic-achtiger als een polyester en is zeer licht van gewicht. Polyamide wordt veel toegepast in lingerie, badkleding, panty's en kousen. Polyamide is zeer sterk, scheurt niet en is slijtvast. Omdat polyamide goed te stabiliseren is, kreukt het nauwelijks en behoudt het goed zijn vorm. Polyamide heeft een vrij harde glans, is elastisch, waterafstotend en droogte heel snel. Let op: polyamide mag niet warm gewassen worden en niet in de droger.
'Synthetisch' kan voor sommigen nogal negatief klinken omdat dit vroeger vaak plasticachtig en zweterig aanvoelde, maar dat is niet altijd terecht. Er worden voortdurend nieuwe materialen ontwikkeld en het draagcomfort van deze vezels is vaak heel goed. Het is zelfs zo dat veel sportkleding van synthetische stoffen gemaakt wordt, omdat ze hier de draageigenschappen van kunnen beïnvloeden en zo meer draagcomfort kunnen creëren als bij natuurlijke stoffen. Het grote voordeel van synthetische textielvezels is dat ze veel beter bestand zijn tegen slijtage en beter te reinigen zijn dan vezels van natuurlijke oorsprong, zoals katoen en linnen. Daardoor heeft textiel gemaakt van synthetische vezels een groot gebruiksgemak.
Polyacryl (PAN)
Polyacryl lijkt van alle synthetische vezels het meest op wol. De vezel kroest op (krult) en is daardoor dikker en 'wolliger'. De acrylvezel is zacht, volumineus en warmte-isolerend. Polyacryl is een sterke vezel die goed bestand is tegen slijtage. Polyacryl verliest volledig zijn vorm wanneer het bloot staat aan te warme temperaturen, zoals de temperatuur bij wassen, strijken en drogen in de wasmachine. Wassen moet daarom lauw en strijken moet zeer voorzichtig. Door het wolachtige karakter van polyacryl wordt dit materiaal veel gebruikt voor mutsen, shawls, truien, vesten en sokken.
'Synthetisch' kan voor sommigen nogal negatief klinken omdat dit vroeger vaak plasticachtig en zweterig aanvoelde, maar dat is niet altijd terecht. Er worden voortdurend nieuwe materialen ontwikkeld en het draagcomfort van deze vezels is vaak heel goed. Het is zelfs zo dat veel sportkleding van synthetische stoffen gemaakt wordt, omdat ze hier de draageigenschappen van kunnen beïnvloeden en zo meer draagcomfort kunnen creëren als bij natuurlijke stoffen. Het grote voordeel van synthetische textielvezels is dat ze veel beter bestand zijn tegen slijtage en beter te reinigen zijn dan vezels van natuurlijke oorsprong, zoals katoen en linnen. Daardoor heeft textiel gemaakt van synthetische vezels een groot gebruiksgemak.
Lycra
Lycra is een merknaam. Het gaat om een synthetische vezel gemaakt van polyurethaan. Het is een elastomeer. Andere merknamen waar deze stof onder bekend is: Elastan, Dorlastan en Spandex. Lycra heeft een rekvermogen van 500 tot 600%, het grootste van alle materialen in textiel. Vaak wordt lycra gecombineerd met andere geweven of gebreide materialen om kleding lichte rekbaarheid te geven en hiermee het draagcomfort te verhogen. Elastomeren kunnen goed tegen transpiratievocht, wat een belangrijke eigenschap is omdat kledingstukken die een elastomeer bevatten vaak dicht op de huid gedragen worden. Artikelen met lycra mogen niet te heet gewassen worden.